• Tekst Sandra Lau • Foto’s Michiel Elsevier Stokmans en Jade Bertholet
Artikel uit editie 14
Erotische kunst is een essentieel onderdeel van de Chinese cultuur. Voor het Taoïsme, dat eenheid met de natuur propageert, was seks de sleutel voor een lang, gezond en gelukkig leven. De Chinese overheid heeft echter grote moeite om dit aspect van hun cultuur te accepteren. Daar gaan waarschijnlijk nog decennia overheen.
Ferry Bertholet, kunstenaar en kunstverzamelaar, neemt geen blad voor de mond tijdens ons interview. Aanleiding voor deze ontmoeting is het verschijnen van zijn nieuwste boek Concubines en courtisanes (oftewel bijvrouwen en prostituees).
Deze publicatie lijkt een logische opvolger van zijn eerdere werken Dreams of Spring (1997) en Liefde en lentebloesems (2004). Concubines en courtisanes gaat echter verder dan het belichten van de diverse verschijningsvormen van Chinese erotische kunst. Bertholet heeft het aangedurfd om de schrijnende omstandigheden te schetsen, die de achtergrond vormen voor deze kunstvorm. Hij schuwt daarbij evenmin de publicatie van foto’s, die niet alleen een eeuw geleden controversieel waren, maar zelfs vandaag de dag nog de censuur met moeite doorstaan.
In de loop der eeuwen heeft zich in de Chinese erotische kunst een rijke cultuur ontwikkeld, niet alleen in de vorm van schilderijen, maar ook in de productie van voorwerpen zoals ivoren snijwerken, porseleinen beeldjes, vazen, waaiers, servies en andere gebruiksvoorwerpen. Erotische kunst heeft in de loop der eeuwen een sterk wisselende populariteit gekend. Zo zijn er perioden waarin het tot bloei kwam en andere perioden waarin het onderdrukt en zelfs vernietigd werd, met als laatste uitwas de Culturele Revolutie van Mao Zedong.
De symboliek speelt een grote rol in de kunstwerken. Courtisanes zijn vaak omringd met weelderig bloeiende pioenrozen, die een vulva symboliseren. Ook keren waaiers vaak terug op afbeeldingen van bordelen. Daarnaast zie je regelmatig vrouwfiguren, liggend op bananenbladeren (een symbool van vluchtige liefde).
Tot in de 18de eeuw was Chinese erotische kunst alleen bestemd voor de elite van de geletterden. Deze heren bewonderden de schoonheid van deze kunst bij speciale gelegenheden. Het werd nimmer aan de muur gehangen of in het openbaar vertoond. De in albums gebonden schilderingen werden tevens gebruikt voor de voorlichting van jonggehuwden. In de late Qing periode was erotica niet meer het exclusieve domein van de kunstkenners uit de hoogste kringen van de samenleving, maar werd het voor een veel groter publiek vervaardigd. In veel gevallen bracht dit een verlaging van de kwaliteit met zich mee.
Ingebonden voeten afrodisiacum nummer één bij de Chinese man
Het symbool dat het meest tot de verbeelding spreekt, zijn wellicht de ingebonden voeten van de afgebeelde vrouwen. Het verhaal doet de ronde dat een favoriete concubine een prins uit de Song periode (van ca. 1000 jaar geleden) betoverde met haar danskunsten. Haar bewegingen gaven de toeschouwers de illusie dat zij boven de vloer zweefde. Een trend was gezet, met als gevolg een hype onder jonge vrouwen aan het hof. In de 17de eeuw verspreidde deze traditie zich over vrijwel alle lagen van de bevolking.
Doorgaans begon men bij vijfjarige meisjes met het breken van de voeten en het naar binnen vouwen van de tenen, in de richting van de voetzolen. Vervolgens werden de voeten dag en nacht ingebonden. Hierdoor verkregen deze de vorm van een lotusknop die onweerstaanbaar waren voor de Chinese man. Een vrouw met ingebonden voeten kon niet meer op normale wijze lopen, maar haar status was verhoogd.
Scheiding van mannen en vrouwen
In de geschiedenis van China was men niet blij met de geboorte van een dochter, immers, alleen een zoon kon de familienaam continueren en de familiale plichten vervullen. Daarnaast moesten ouders, zodra hun dochter werd uitgehuwelijkt, een bruidsschat meegeven. Arme gezinnen kozen er vaak voor om hun dochter te laten adopteren, zeker in tijden van economische recessie, wanneer iedere mond die gevoed moest worden er één teveel was.
Het confucianisme schreef een strikte scheiding van mannen en vrouwen voor, ter bescherming van de goede zeden. De openbare ruimte was verboden gebied voor een fatsoenlijke vrouw. Haar leven diende zich vanaf haar zesde levensjaar binnenshuis af te spelen. De mannen van de hogere klassen werden geacht te trouwen met fatsoenlijke vrouwen, die uiteraard alleen als maagd het huwelijk in mochten. Om toch in de natuurlijke behoeften en de romantiek van de mannen te voorzien, was het bestaan van bordelen dan ook een noodzakelijk goed.
Ouders van arme gezinnen wilden graag dat hun dochters een betere toekomst kregen. Hun dochter ter beschikking stellen voor adoptie was dan een oplossing. Het was echter geen uitzondering dat meisjes onder valse voorwendselen uiteindelijk toch in een bordeel eindigden, als ze al niet ontvoerd waren.
Mooie en intelligente meisjes hadden het geluk om een opleiding te krijgen tot verfijnd amusement, zoals zingen, dansen, kalligraferen en het op hoog niveau converseren. Zij werkten als courtisanes in de dure theehuizen van de stad. Hier kregen zij de kans concubine te worden van een rijke bewonderaar. Minder fortuinlijke meisjes werkten in de etablissementen van de lagere klassen waar zij waren overgeleverd aan de grillen van hun madam. In de laagste bordelen was het geen uitzondering dat de meisjes mishandeld werden en tijdens de uitoefening van hun beroep werden gevoerd om tijd te sparen. Als zij geen klanten meer konden aantrekken of ziek waren, belandden zij uiteindelijk op straat waar zij zich met bedelen in leven moesten zien te houden.
Overheidsbordelen zwarte bladzijde in de Chinese historie
Naast de particuliere bordelen waren er van oudsher de overheidsbordelen. Deze werden bevolkt door vrouwen en dochters van politieke vijanden en vrouwelijke criminelen, die op deze wijze gestraft werden. Zij hadden een minderwaardige status en telden niet mee in de maatschappelijke rangorde. Dit ‘kastensysteem’ werd in stand gehouden, doordat hun status erfelijk werd doorgegeven. Het was dus praktisch onmogelijk om ooit uit deze situatie te geraken. Over deze zwarte bladzijde in de Chinese historie was tot Bertholet’s publicatie weinig bekend.
‘Het blijkt dat Chinezen enorme moeite hebben met openlijke seksualiteit en vaak niet eens op de hoogte zijn van het bestaan van erotische kunst in hun eigen cultuur. Dit merkte ik zelfs bij hoogleraren en andere erudiete personen, die mijn tentoonstellingen bezochten. Verbijstering en geschoktheid zijn geen ongebruikelijke reacties. Het communisme heeft meer dan zestig jaar haar stempel gedrukt op China. In deze periode is een hele cultuur om zeep geholpen. Wat dat betreft was de Culturele Revolutie nou niet bepaald een grote stap forwards.’ Zo vertelt Bertholet.
Een ander voorbeeld is Europalia, die begin 2010 plaatsvond in Brussel. Dit festival met muziek-, dans-, film- en andere kunstvoorstellingen heeft doorgaans één land als centrale thema en in 2010 was dat China. Bertholet had van de organisatoren een uitnodiging ontvangen voor het houden van een tentoonstelling van zijn collectie in het Chinese paviljoen in Brussel. Toen een Chinese delegatie er achter kwam dat één van de ca. 40 tentoonstellingen erotische kunst als thema had, raakte men zeer verbolgen.
China heeft vervolgens gedreigd met een boycot van alle tentoonstellingen, tenzij Bertholet zich zou terugtrekken. Aan deze vorm van censuur is destijds geen ruchtbaarheid gegeven, omdat de kwestie nogal gevoelig lag. Voor wie alsnog de geheimen van Chinese erotische kunst wil ontdekken: Concubines en courtisanes is sinds kort verkrijgbaar bij de betere boekhandel.
Nieuwsgierig geworden naar andere artikelen? Klik hier voor het volledige magazine.